“Je begon waarlijk te dromen en te dichten. Dus kreeg ik kort erop een prachtig gedicht over de klaproos. Datzelfde gedicht heb je groot geschreven om de etalage te sieren: vele mensen schreven het over of vroegen de tekst. Nadien toonde je nog meer zachtgeschreven verzen die vorm kregen in kleine en grotere kaartvorm. Nog steeds hoor ik klanten zeggen terwijl ze je tekst lezen: zo mooi! En die poezie brengt een zwoele wind in de winkel. Dat ben jij!"